Vijf jaar lang worstelde ik met onderdrukt verdriet, boosheid en frustratie. Over hoe mijn moeder haar leven leidde, over hoe verslaving haar wegnam. Ik nam me voor mijn leven anders te leiden, er vooral van te leren hoe het niet moest.
Daarna begon ik anders te kijken. Steeds minder naar wat misging, maar naar wat ze mij gaf. Haar zorg voor mensen, haar gastvrijheid – altijd klaarstaan voor anderen.
Een mooie eigenschap die ik steeds meer kan toelaten. Ik durf me steeds meer te verbinden met anderen, het risico te nemen dat ik gekwetst wordt in plaats van ‘veilig’ op afstand te blijven. Ik leef voller, geniet intenser. Dat vier ik vooral vandaag, de dag dat ze 81 zou zijn geworden.
Inmiddels is ook mijn liefmoeder Gerda overleden. 23 jaar lang was ze in mijn leven. Zo veel van mijn moeder herkende ik in haar. De warmte, het welkom. Maar één ding deed ze anders: waar mijn moeder strijd leverde, koos zij voor liefdevol geduld. Ze liet mijn vader razen, wachtte, en zei dan in twee zinnen haar waarheid. En hij nam het aan. Wat een kracht.
Van haar leerde ik dat niet elke strijd gestreden hoeft te worden. Dat timing alles is. Dat stilte soms meer zegt dan woorden.