“Wat doe je jezelf weer aan?” Mijn partner, nuchterheid zelve, vraagt zich af waarom ik weer naar een training vertrek waarin ik ‘oude trauma’s oprakel. Hij maakt me van dichtbij mee en het valt hem op dat ik de dagen erna een stuk emotioneler en labieler ben. Tja, het klopt en soms denk ik zelf ook “Wat doe ik mezelf weer aan?”
Waarom zou ik inderdaad? Als ik om me heen kijk dan zie ik bij veel mensen, inclusief mezelf, een sterke neiging er ver vandaan te blijven. Ver weg te blijven van ongemak, want ‘oude trauma’s oprakelen’ kan zomaar verdriet, boosheid, onrust of spanning in mijn lijf oproepen. Een onverwachte reactie, waar ik niet direct grip op heb.
Dat voelt als een risico, zeker in een werkcontext waar het hoofd regeert en waar we als een kip zonder kop rondrennen. In zo’n ‘modus’ is er geen ‘juist’ moment te vinden waarop ik ongemak kan toelaten, de rust kan nemen om te onderzoeken en kan delen wat er in me omgaat. Terwijl vertragen, even stilstaan, juist maakt dat ik kan voelen wat er echt aan de hand is. Dat ik kan luisteren naar wat ik echt nodig heb en wat het juiste is om te doen..
Het oprakelen van oude trauma’s. Waarom ik het doe? Omdat ik in mijn verre verleden niet anders kon vanwege allerlei vage lichamelijke klachten. Die een stevige oorzaak bleken te hebben in het continu onderdrukken van wat ik voel.
Waarom ik het blijf doen? Omdat het me steeds dichterbij het voelen en volgen van mijn werkelijke behoeftes brengt. Dat maakt me over de hele linie een stuk gelukkiger, zelfs in het ervaren van mijn ongemak.
“The only way out is through.” Robert Frost